Meditatie

 

Het voorbeeld van Berea

 

En dezen waren edeler dan die te Thessalonica waren, die het Woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren.

Handelingen 17 vers 11

 

Paulus reisde naar Europa, een extraordinaire roeping opgevolgd. In Filippi opende Heere het hart van Lydia onder de prediking, de gevangenisdeuren gingen ook open, diep in het donker werden Paulus en Silas weggeborgen. Ze baden en zongen, ze kwamen weer op vrije voeten. Paulus treffen we aan in Thessalonica, de prediking hier en daar slaat in, Joden en heidenen komen tot geloof. Tot ongenoegen van velen uit de Joden. Met opruiing is het Paulus te heet onder de voeten geworden, broeders sporen hem aan de stad te verlaten, ‘s nachts is de wijk genomen. De volgende plaats die Lukas vermeldt, is Berea, op een behoorlijke afstand westelijk van Thessalonica gelegen. De Joden mogen Paulus in Thessalonica het leven zuur hebben gemaakt, het weerhoudt Paulus niet om in Berea toch weer de synagoge te bezoeken om te verkondigen dat Jezus is de Christus Die in de Schriften verkondigd en geprofeteerd is. Paulus beleeft een goede ontvangst in de synagoge van Berea, zijn boodschap wordt in de gemeente bij het Oude Testament nauwkeurig onderzocht.

 

De ontvangst van Paulus in Berea is voorbeeldig en navolgenswaardig. In vergelijking met de horende schare in Thessalonica blinken de mensen in Berea uit, ze heten edeler.

Paulus en zijn medewerkers vinden een open deur, een open oor. De gevluchte mannen krijgen een hartelijke ontvangst. Ze blijken welkom in de synagoge om daar de prediking van de Christus der Schriften ten beste te geven. Kostelijke ervaring voor Paulus, hier geen aanvaring maar de belevenis van een aandachtig gehoor. De waarheid is dat niet zozeer de predikers het zijn waarvoor de Bereeërs ‘in’ zijn als wel de inhoud van de preek. Uit de pen van Lukas vloeit het woord ‘edeler’ uit de pen, de houding van de Bereërs wordt als ‘edeler’ dan die van de Thessalonicenzen beschreven. In de oorspronkelijke betekenis wijst het op de goede komaf van mensen, hier gebruikt de Heilige Geest het om ermee aan te geven dat deze hoorders van innerlijke adel zijn, ze bewijzen de Christusprediking een edele luisterhouding. We moeten zeggen dat deze manier van doen van hemelse makelij is want we hebben de zaak met ‘luisteren’ nog niet helemaal gevat. In Thessalonica gebeurde het onder het gehoor van Paulus en Silas dat mensen ‘werden toegevoegd’, hier in Berea gebeurt het weer. Het komt tot uitdrukking in die veelzeggende ontvangst, die betrokken luisterhouding. Zij ontvangen Paulus’ verkondiging van de Christus namelijk met alle toegenegenheid. Die ontvangst wijst op een geestelijk opnemen. Zeg maar gewoon: het Woord valt goed, het zaad van het Evangelie valt bij veel Bereërs in goede aarde. Het is geweldig en indrukwekkend wanneer de Heilige Geest zorgt voor ruimte voor Christus. Alle ruimte is geschapen, alle aandacht is er voor de verkondiging, de woorden ‘met alle toegenegenheid’ laten daarover geen enkel misverstand bestaan. Ze neigen hun gehoor helemaal naar de Evangelieverkondiging, ze worden door niets en niemand afgeleid. De Bereërs laten hun gehoor voluit naar de prediking van de apostel hangen, dus bepaald niet langer naar van alles en nog wat. Alle toegenegenheid! Er zit niks tussen, het is die boodschap alleen. Het is Christus alleen, en niets erbij. Horen, gehoor geven, gehoorzamen, leven.

 

De innerlijke adel is tastbaar. Dat de hoorders diep naar de gepredikte boodschap neigen is goed te merken. Ze onderzoeken namelijk dagelijks de Schriften. Het Oude Testament ligt open, Paulus’ prediking ligt ernaast. Gods Woord is de mensen lief en ze willen die verstaan en vatten. De Heilige Schrift is maatgevend voor de prediking en verkondiging. Leerzaam voor alle tijden: de Schriften toetsen we niet aan de prediking, maar de prediking toetsen we aan de Schriften. Met de preek is de gemeente niet klaar, in de synagoge wordt onderzocht en thuis ook. De inhoud van de prediking houdt bezig. Van de Christus der Schriften komen de hoorders niet los. Er vindt nauwkeurig onderzoek van de Schriften plaats. Paulus heeft de Bereeërs naar de Schriften verwezen, het aandachtige gehoor is het Oude Testament ingejaagd. Het woordje ‘onderzoeken’ is herkenbaar uit de rechtspraak. In een gerechtelijk onderzoek wordt de kwestie tot op de bodem uitgezocht. De hoorders van de prediking zoeken het tot de bodem uit en ze worden overtuigd: het is Christus alleen, ze worden met Christus gekruisigd en ze staan met Hem op. Hij moest lijden, Hij moest de vloek dragen, hun oordeel droeg Hij. Hij is om onzentwil arm geworden, Hij is arm geworden om rijk te maken. Hij is om onze ongerechtigheid veroordeeld. Christus alleen blijft over. Lukas vertelt dat de Schriften worden onderzocht, het is het hele Oude Testament in die dagen. De wet van Mozes, de profeten, de geschriften, het héle Oude Testament getuigt van Hem zoals de Heere Jezus zei. Het grote verband van de Bijbel dient de hele en de rijke Christus op. Veelzeggend, heel opmerkelijk, het ge-beurt dagelijks! Het gebeurt wanneer de gemeente samenkomt en het gebeurt daarna. Het gebeurt steeds en aldoor. Dit gebeurt, zegt Lukas, waar mensen geloven en gaan geloven. Ze hóren en onderzoeken, ze aanvaarden allerhartelijkst de boodschap tot zaligheid. Velen uit de hoorders in de synagoge geloofden. We kunnen en moeten leren van deze Bereërs, ze gaan ons voor naar de kerk waar de Schriften geopend worden. Ze laten zien hoe we in de kerk moeten zitten en deelnemen. Een en al oor, niet voor de voorganger, maar voor het Woord. De Meester is daar! Neigt uw hart ook zo ontzettend naar het Woord, heeft Zijn Woord u in de greep? Ja, u bent bij Hem niet vandaan te slaan, u wil geen woord missen, u kunt Hem niet missen. We zijn belanghebbenden, het is te zien aan de manier waarop mij met de Bijbel omgaan, met de grote vlijt waarmee wij met de Schriften bezig zijn, we kunnen en willen geen dienst missen. De Heere ziet ons graag steeds om Hem te zien.